Het composteringsproces verloopt in 3 fasen: de voorbewerking, de composteringsfase en het afzeven en narijping.
1. Voorbewerking

Het op de IVM-groencompostering aangevoerde groenafval wordt eerst gewogen en daarna afgeladen op de composteringsvloer. Boomstronken worden apart gehouden en op een wachthoop gevoerd om ze nadien te verkleinen. Het gemalen wortelhout van de boomstronken wordt afgezet als mulchmateriaal, maar kan ook worden gebruikt als structuurmateriaal bij het composteringsproces.
Van zodra voldoende materiaal aanwezig is – in principe dagelijks - starten de hakselactiviteiten. Het verhakselde materiaal wordt door een wiellader op de composteringstafel gebracht. In periodes waar veel gazonmaaisel wordt aangevoerd, wordt het het tuinafval gemengd met structuurmateriaal (vermalen wortelhout van boomstronken) dat op een aparte hoop is gestapeld.
De hopen worden na het hakselen en na het eventueel toevoegen van structuurmateriaal opgezet in tafelvorm, met een maximale hoogte van 3 meter.
2. Compostering

Na 6 à 8 weken wordt de tafel omgezet, zodat er voldoende zuurstof in de hoop kan waardoor de compostering aëroob wordt gehouden. Bij de keuze van het omzettijdstip wordt rekening gehouden met de windrichting om eventuele geurverspreiding naar bewoond gebied te beperken.
Bij het omzetten wordt ook de vochtigheid gecontroleerd; indien nodig wordt percolaatwater toegevoegd. Percolaat is het vocht dat vrijkomt tijdens het composteren en in een bekken wordt opgevangen.
Bij periodes van lange droogte worden de composthopen bevochtigd d.m.v. een drijfmestkar. De tank wordt gevuld met water van het percolaatbekken. Daarna wordt dit zijdelings leeggespoten over de composttafel. Ook nu wordt rekening gehouden met de windrichting.
De temperatuur in de composthopen kan oplopen tot 55 à 70 ° Celsius.
3. Afzeving en narijping

Het compost is na ongeveer 6 maanden klaar voor uitzeving (ook wel 'affinage' genoemd). Dit gebeurt door middel van een grote mobiele trommelzeef die beladen wordt met een wiellader. De zeefresten worden tegelijkertijd door middel van blaas- en zuigkracht ontdaan van andere materialen, zoals plastic, stenen en ander afval. De grote nog niet volledig gecomposteerde delen belanden terug op de wachthoop.
In functie van de toepassing van het compost wordt een korrelgrootte tot 20 en tot 30 mm afgezeefd. Compost met grote(re) korrel wordt vooral in land- en tuinbouw gebruikt; de fijne compost is vooral bestemd voor gebruik in de sier- en moestuin.

Compost van gegarandeerde kwaliteit
De kwaliteit van het compost en de bedrijfsvoering om compost te produceren worden opgevolgd door Vlaco, de Vlaamse Compostorganisatie.
Vlaco legt hierbij hoge kwaliteitseisen op, zodat het compost gegarandeerd vrij is van kiemkrachtige zaden en zodat wordt gecontroleerd of er voldoende waardevolle voedingsstoffen en micro-organismen in zitten.
IVM is lid van Vlaco en werkt mee aan het systeem van integrale ketenbewaking en kwaliteitscontrole. De exploitant van de IVM-groencompostering houdt meetgegevens bij en wordt door Vlaco gecontroleerd.
De zorg voor kwaliteit komt aan bod bij iedere stap van de productie.
Het Vlaco-label
Het Vlaco-label is een extra keurlabel voor Vlaco-compost. De compostproducent engageert zich vrijwillig voor het behalen van strengere normen dan die voor het keuringsattest (wettelijke normen). Bovendien wordt het composteringsproces intensiever opgevolgd, worden meer staalnames gedaan en gebeuren er meer administratieve controles door Vlaco.
Compost met Vlaco-label bevat gegarandeerd minimaal 18% organische stof (ipv 16 %), bestaat uit minimaal 55 % droge stof (ipv 50 %) en bevat nog minder onzuiverheden (0,25 % ipv 0,50 %).
